De ambassadeur van Namibië in de Benelux, Mekondjo Kaapanda-Girnus heeft vandaag Museum Huis Doorn bezocht. De ambassadeur zal een bijdrage leveren aan het symposium ‘The Last German Emperor’s Colonial Art’, dat Museum Huis Doorn i.s.m. met de Universiteit Utrecht op 23 maart organiseert.
Zij zal spreken over de hedendaagse implicaties van Duits koloniaal beleid in Namibië. In Museum Huis Doorn was er naast de rondleiding speciale aandacht voor een van de collectie-items van de laatste Duitse keizer Wilhelm II met een koloniaal verhaal dat gelinkt is aan Namibië.
De provincie Utrecht kent een subsidie van €150.000,- toe aan Museum Huis Doorn voor de nieuwe tentoonstelling 1914-1941 in het Dienstengebouw op het landgoed van het museum.
Het boek beschrijft de Nederlandse kastelen en buitenplaatsen in de roerige twintigste en eenentwintigste eeuw. Onze conservator Cornelis van der Bas leverde een bijdrage aan dit boek en schreef het hoofdstuk ‘Opgevangen en opgesloten’, over gewonden, vluchtelingen en smokkelaars op kastelen in de Eerste Wereldoorlog. Uiteraard mag Huis Doorn in dat hoofdstuk niet ontbreken.
Tijdens het herkomstonderzoek naar koloniale objecten uit de collectie van de keizer deed conservator Cornelis van der Bas een opmerkelijke ontdekking. Achter een gouden doosje dat al tijden in de Rookkamer van het museum te zien is blijkt een bijzondere geschiedenis schuil te gaan.
