De ambassadeur van Namibië in de Benelux, Mekondjo Kaapanda-Girnus heeft vandaag Museum Huis Doorn bezocht. De ambassadeur zal een bijdrage leveren aan het symposium ‘The Last German Emperor’s Colonial Art’, dat Museum Huis Doorn i.s.m. met de Universiteit Utrecht op 23 maart organiseert.
Zij zal spreken over de hedendaagse implicaties van Duits koloniaal beleid in Namibië. In Museum Huis Doorn was er naast de rondleiding speciale aandacht voor een van de collectie-items van de laatste Duitse keizer Wilhelm II met een koloniaal verhaal dat gelinkt is aan Namibië.
Het is officieel: het Dienstengebouw, tot enkele jaren geleden particulier bewoond, wordt toegevoegd aan het areaal van museale gebouwen van Museum Huis Doorn. Op vrijdag 22 november 2024 tekent Museum Huis Doorn het huurcontract voor dit nieuwe tentoonstellingsgebouw met het Rijksvastgoedbedrijf. Het Dienstengebouw was in de tijd dat ex-keizer Wilhelm II in Doorn woonde het onderkomen voor zijn personeel.
Hij werd begeleid door Jacco Pekelder, hoogleraar Nieuwere en Nieuwste Geschiedenis van Nederland aan de Universität Münster.
Duitse geschiedenis in Nederland
De belangstelling van Bothe ging uit naar de geschiedenis van de laatste Duitse keizer Wilhelm II en zijn verblijf als balling in Doorn (1920-1941). Ook de rol van Museum Huis Doorn in het hedendaagse museale bestel en de positie die het museum inneemt in actuele debatten rondom thema’s als kolonialisme, vluchtelingen en oorlog en vrede hadden zijn belangstelling.
Museum Huis Doorn bekleedt een bijzondere plaats in de Duitse geschiedenis door de bewoning van Wilhelm II die het einde markeert van Duitsland als keizerrijk. De stad Münster op haar beurt neemt een belangrijke plaats in in de Nederlandse geschiedenis, door o.a. de Vrede van Münster in 1648 die een einde maakte aan de 80-jarige oorlog.
Onderwerpen die tijdens de rondleiding aan de orde kwamen waren de relatie van de Duitse keizer en het Nederlandse koningshuis en de daaruit voortkomende verbondenheid met Duitse partnerorganisaties. Ook was de gezamenlijke wens tot samenwerking onderwerp van gesprek.
De Jeugdtheaterjury van VSCD zegt: “Vanaf het allereerste begin pakt Borreman je in met zijn snelle-jongens-charme en zijn vindingrijkheid, wat het maar al te verleidelijk maakt om klakkeloos in zijn keuzes voor snelle rijkdom en maatschappelijk aanzien mee te gaan”.
