De basis van de collectie van Museum Huis Doorn komt voort uit de grote hoeveelheid objecten die keizer Wilhelm na zijn abdicatie in 1918 vanuit Duitsland naar Nederland liet komen. Minder bekend is dat de verzameling verrijkt wordt met schenkingen vanuit het publiek. Zeker vanaf de totstandkoming van het Kenniscentrum WOl en het Tentoonstellingspaviljoen in 2013 is dit het geval.
Schenkingen verdienen het om meer onder de aandacht gebracht te worden. Vaak zitten daar schatten tussen! Regelmatig worden de meest uiteenlopende voorwerpen aangeboden: dagboeken, albums met foto’s, kunstwerken uit de oorlog of een uniform(onderdeel), soms met bijzondere persoonlijke verhalen.
Het is de bedoeling om in de Nieuwsbrief van tijd tot tijd een aantal schenkingen te belichten. De aftrap begint met aandacht voor twee brieven.
Bijschrift foto's:
Foto links: brieftelegram van prinses Hermine, dd 17 december 1932
Foto rechts: gesigneerde portretfoto van prinses Hermine
Het gaat hier om een tweetal dankbrieven, ware tijdsdocumenten. De ene brief is afkomstig uit een schenking van een particulier en betreft een door ex-keizer Wilhelms tweede vrouw Hermine verstuurd brieftelegram. De andere brief is afkomstig van de ‘ambtelijke’ staf van Wilhelm en geschonken door het Douane & Belastingmuseum uit Rotterdam.
In deze correspondentie komt niet alleen de parallelle werkelijkheid van de ‘keizerlijke entourage’ naar voren. Ook geven de brieven inzicht in de stijl van schrijven in de dertiger jaren en de tegenwoordig niet meer bestaande wijze van postverzen.
Op haar 49ste verjaardag op 17 december 1932 verstuurde Hermine een brieftelegram met daarbij gevoegd een gesigneerde portretfoto aan ene Fräulein Beyer woonachtig in Görlitz Duitsland. Het was een bedankje voor de vriendelijke woorden die Hermine van deze dame mocht ontvangen ter gelegenheid van haar verjaardag. Daarnaast werd Fräulein Beyer een gezegend kerstfeest toegewenst.
Vanuit hedendaags perspectief komt het taalgebruik nogal hoogdravend over. Zo duidt Hermine de tijd waarin ze leeft aan als dieser so ernsten Zeit. Uit de zinssnede Mit heissem Herzen denken der Kaiser und ich an Deutschland, Gott helfe unserm geliebten Vaterlande und uns allen! blijkt dat eveneens.
En er valt nog iets op. In het schrijven komt naar voren dat Hermine zich beschouwt als de echtgenote van een ‘gesettelde’ monarch en niet als de eega van een verdreven vorst zonder rechten.
Het door Hermine gebruikte briefpapier getuigt van keizerlijke grandeur. Het schrijven ging als een zogenaamd brieftelegram de deur uit.
Bijschrift foto: filmposter 'Briefe Fliegen Über den Ocean'
Keizer Wilhelm was weliswaar roemloos van zijn troon verstoten, maar dat betekende niet dat hij in Doorn verstoken was van de nodige ondersteuning. De toenmalige Duitse regering compenseerde hem in financieel opzicht ruimhartig. Dat stelde de balling Wilhelm in staat er een heuse ‘ambtelijke’ staf op na te houden die als taak had o.a. zijn correspondentie te voeren. Een voorbeeld hiervan is de dankbrief die Graf von Schwerin, de Hausmarschall van Wilhelm aan Herrn C.A. Klinkenberg Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen Drift 6 Utrecht stuurde. Aanleiding was de vriendelijke en behulpzame wijze waarop de inspecteur ervoor had gezorgd dat een door Wilhelm gewenste film soepel uit Duitsland kon worden ingevoerd. Het betrof een film met de titel Briefe Fliegen Ueber Den Ocean, een korte documentairefilm uit 1935 over de verzending van post door de lucht
(zie https://www.youtube.com/watch?v=oQ-GolA4qrc ).
Als dank werd bij de brief een portretfoto gevoegd. Het hoogdravende taalgebruik is vergelijkbaar met die uit de brief van Hermine. Het briefpapier van de ambtelijke staf was vanzelfsprekend van hoge kwaliteit en onmiddellijk herkenbaar door de sierlijke wijze waarop in gotische reliëfletters stond aangegeven dat het hier om briefpapier van het Hofmarschall-Amt Seiner Majestät Des Kaisers und Königs Wilhelm II gaat. De illusie van autoriteit komt ook hier tot uiting.
Je moet ervoor open staan. Doe je dat, dan leeft de geschiedenis en word je beloond met het gevoel dicht bij een vervlogen tijd te staan. Ja, er zelfs deelgenoot van te zijn. Als je er oog voor hebt komt het verleden in tijdsdocumenten zoals deze brieven tot leven. Waarneembaar en invoelbaar is hier dat het verbannen echtpaar in Doorn zich niet had verzoend met hun sociale val. Hoe waardevol is het dan ook dat deze stille getuigenissen uit het verleden nu in de museale collectie voor eenieder waarneembaar zijn. Zo blijft Museum Huis Doorn altijd verrassen!
Arjen van Wijngaarden
Vrijwilliger bij Museum Huis Doorn en
oud directeur van het Verzetsmuseum in Gouda
Bijschrift foto's:
Boven: uitsnede briefpapier
ambtelijke staf Wilhelm II
Onder: brief aan de douane
dd 3 februari 1936