de kunstenaar en de keizer

Door Frode Skag Storheim
(vertaald uit het Engels door Gerda Wtenweerde)

‘Om 16.00 uur kwamen de gasten aan. De keizer en zijn gezelschap gingen om precies 16.30 uur aan wal en de presentatie werd begeleid door het prachtige orkest van de Hohenzollern. Zijne majesteit werd voorgesteld aan alle dames en schudde hen de hand. De keizer was duidelijk opgewonden. Hij vermaakte zich met de gastheer en enkele van de uitgenodigde dames en al zijn bewegingen werden gefilmd door de fotograaf van de keizer, die de Hohenzollern altijd volgt. Het indrukwekkende orkest begon te spelen en op het gazon dansten de gasten de two-step, de lancier en de wals. De elegante gewaden op de voorgrond en het Sognefjord dat spiegelend tussen de wit besneeuwde toppen van de bergen lag, gaven het feest een weergaloze stemming.’[1]

Deze prachtige beschrijving uit de zomer van 1912 verhaalt over een van de tuinfeesten die schilder Hans Dahl (1849-1937) van 1910 tot 1914 jaarlijks organiseerde, met keizer Wilhelm II als eregast. Wilhelm hield van reizen en van 1889 tot 1914 kwam hij elk jaar (behalve in de gespannen zomer van 1905, toen Noorwegen onafhankelijk werd van Zweden) naar de Noorse fjorden. "Ik voel me tot dit land aangetrokken door onzichtbare draden", zei hij. En hieraan ten grondslag lag een vriendschap met een Noorse schilder.

2. Wilhelm II en Hans Dahl op een tuinfeest in Balholm

Fotobijschrift: Wilhelm II en Hans Dahl samen in de tuin van de villa van Hans Dahl in Balholm tijdens een tuinfeest in 1913. Foto: Burg Hohenzollern.

1. foto Hans Dahl in PG

Fotobijschrift: Der Lockvogel van Hans Dahl in het trappenhuis in het poortgebouw van Huis Doorn. Foto: Museum Huis Doorn.

De kunstenaarskolonie in Sogn

Balestrand, of Balholm zoals het toen heette, had de hele 19e eeuw een grote aantrekkingskracht op Noorse schilders. Dit was het tijdperk van de bewustwording van nationale gevoelens en de spectaculaire fjordenlandschappen waren bijzonder populair. In Balestrand is de Sognefjord op zijn breedst waar verschillende fjordarmen samenkomen en dit idyllische dorpje werd al snel een favoriete verblijfplaats voor kunstenaars, leden uit adellijke en koninklijke families. Noorwegen fungeerde als de schone longen van Europa en er verrezen spectaculaire houten hotels om aan de behoeften van de toeristen te voldoen.

Een man die bijdroeg aan deze stroom mensen was Hans Dahl. Oorspronkelijk was hij officier, maar hij koos voor een carrière als kunstenaar, studeerde in Karlsruhe en Düsseldorf en werd een zeer populaire schilder in de laatromantische periode. Hoewel, het moet gezegd worden, in Noorwegen waren de critici erg streng voor hem. In Noorwegen domineerden de Franse invloeden in de kunst en Dahls vrolijke, romantische schilderijen, vaak met zonnig weer, lachende mensen en suggesties van flirten en plezier maken werden eenvoudigweg afgewezen. Maar in Duitsland had hij een groot publiek en onder hen was keizer Wilhelm II.

In mijn onderzoek voor de biografie van Hans Dahl heb ik niet kunnen achterhalen wanneer Dahl en Wilhelm II elkaar voor het eerst hebben ontmoet, maar het kan zijn geweest op een tentoonstelling in Berlijn. Wilhelm I kocht vier schilderijen van Dahl, dus er is natuurlijk een kans dat de jonge Wilhelm II deze schilderijen in zijn jeugd in een van de paleizen heeft gezien. Toch zeggen verschillende bronnen dat Wilhelm II 69 schilderijen van Hans Dahl heeft gekocht, wat opnieuw iets zegt over een ware liefde voor zijn kunst.

Een 'dieetkunstenaar'

De kunst van Hans Dahl was geworteld in een romantische beweging en aan de basis daarvan ligt een vergaand geloof in gezonde voeding, wollen kleding, volksgezondheid en een oprechte wens om het leven van de mensen te verbeteren. Zijn bijnaam voor katoen was ‘de witte pest’ en hij vond dat wollen kleding het beste was wat een mens kon dragen. Hij geloofde heilig in de noodzaak van frisse lucht en in de winter kon hij buiten op het balkon slapen, gewikkeld in wol. Een van zijn dienstmeisjes vertelde in een interview dat ‘alles van wol moest zijn´. Overdag droeg hij altijd een witte wollen jas en 's nachts sliep hij in wollen kleren en met een wollen muts. En altijd met de balkondeuren open - zomer en winter. Soms was zijn bed 's morgens bedekt met sneeuw![2]

In ongepubliceerde interviews met een van zijn andere dienstmeisjes, Kristi Haugen, wordt ons verteld dat Hans Dahl de Noorse natuur wilde schilderen zodat de schilderijen zoveel mogelijk leken op de schepping van de Heer. Hij had een opgewekte kijk op het leven en er hing iets vrolijks en moois om hem heen. (...) Hij placht te zeggen dat "de wereld genoeg ziet van de grijze zwaarte. Die ga ik niet schilderen om aan de muur te hangen. Nee, het moet opgewekt en speels zijn!”[3]

3. Standbeeld van Fridtjof de Dappere, onthuld op 31 juli 1913.

Fotobijschrift: Het door Wilhelm II aan Noorwegen geschonken standbeeld van Fridtjof de Dappere in de Sognefjord. De onthulling vond plaats op 31 juli 1913 en toen is ook deze foto gemaakt. Foto: Fotocollectie Museum Huis Doorn, HuDF-02092e.

Vrienden in de kunst

Keizer Wilhelm II vond in Hans Dahl een vriend, metgezel en mogelijk een zielsverwant. Beiden koesterden een affiniteit met de Noorse mythologie. Een van Wilhelms favoriete verhalen was dat van Fridtjof den frøkne - Fridtjof de dappere. Het gaat om een held uit een gedeeltelijk fictief boek, geschreven door de Zweedse auteur Esaias Tegnér en uitgebracht in 1825. Het had al snel veel succes in Europa, maar in Noorwegen was het boek niet zo populair.

Het boek is losjes gebaseerd op oude Noorse sagehelden en een deel van het verhaal speelt zich af in en rond Balestrand. Tijdens een van Wilhelms bezoeken vertelde Dahl hem dat volgens de legende het graf van Fridtjof in Vangsnes lag - recht tegenover de fjord van Balestrand. Wilhelm was zo opgewonden toen hij dit hoorde, dat hij snel besloot daar een monument voor Fridtjof op te richten. Het werd gemaakt door de beeldhouwer Max Unger en onthuld op 31 juli 1913, waarbij Wilhelm II vergezeld werd door de Noorse koning Haakon. Naar schatting hebben tussen 5.000 en 10.000 mensen de ceremonie bijgewoond.[4] Foto's van deze gebeurtenis zijn te vinden in de archieven van Huis Doorn en in de studeerkamer van Wilhelm is ook een kleine replica van het standbeeld van Fridtjof te zien. Het originele standbeeld is 22,5 meter hoog en een herkenningspunt in Sogn.

Bij het schrijven van de biografie over Dahl heb ik geprobeerd alle schilderijen op te sporen die Wilhelm II van Dahl heeft gekocht, maar tot nu toe is er slechts één opgedoken. Daar staat tegenover dat het een waar juweeltje is. Het hangt in het poortgebouw van Huis Doorn en het heet Der Lockvogel. In een dagboeknotitie van 25 juli 1914 schrijft Dahl: ‘Een bediende van de Hohenzollern bracht mij 2.500 Deutsche Mark voor Der Lockvogel.’[5]

En dit plaatst ons midden in het drama vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, want de villa van Hans Dahl was de laatste plaats die Wilhelm II bezocht voordat hij zich terug moest haasten naar Duitsland. De stoel in drakenstijl waarin hij zat, staat tegenwoordig in Kvikne's Hotel in Balestrand en iedereen kan erin zitten. 

De vriendschap bleef bestaan

Hans Dahl en Wilhelm II hielden contact met elkaar en Dahl bezocht hem minstens één keer in Doorn. Ze schreven elkaar ook en een aantal brieven bevindt zich in het huisarchief van Huis Doorn. Hans Dahl overleed op 27 juli 1937 en Wilhelm stuurde een enorme krans voor de begrafenis. Het was de dochter van Dahl, Eline, die Wilhelm van de dood van haar vader op de hoogte stelde en de brief die Wilhelm stuurde, toont ons iets van een warme en mooie vriendschap: ‘Ik dank u voor uw bericht van het overlijden van professor Hans Dahl. Ik vraag u hare majesteit Hermines oprechte deelneming en de mijne te aanvaarden met dit smartelijke verlies. Ik heb uw overleden grootvader (sic!) een halve eeuw gekend en waardeerde zijn daadkracht, evenals zijn goede adviezen over artistieke en historische onderwerpen tijdens onze vele ontmoetingen in Balholm en hier in Huis Doorn. Het overlijden van deze beroemde Noorse kunstenaar heeft mij diep getroffen en ik zal de herinnering aan professor Hans Dahl als een gewaardeerde en toegewijde oude vriend in mijn gedachten houden.’[6]

[1] Vertaald uit een artikel in de Noorse krant Tidens tegn, juli 1912. Blå fjordar, blatt blod. Riise, Arill. Det Norske Samlaget, 1994.
[2] Interview met Ragna Seim, Sogn avis, 10.06.1988.
[3]Ongepubliceerd interview met Kristi Haugen. Provinciaal Archief van Vestland.
[4] Fridtjof den frøkne. De geschiedenis van het standbeeld en de sage. Sæbø, Arne Inge. Archief lokale geschiedenis Vik, 2013.
[5] Dagboek van Hans Dahl uit 1914. Particuliere collectie.
[6] Brief van Wilhelm II aan Eline Wiese (geboren Dahl), 28 juni 1937. Museumarchief Huis Doorn.

1. foto Hans Dahl in PG

Frode Skag Storheim

In de zomer van 2022 bracht onderzoeker, pianist en componist Frode Skag Storheim uit Noorwegen een uitgebreid bezoek aan Museum Huis Doorn. Drie dagen bestudeerde hij voor zijn biografie over de schilder Hans Dahl verschillende bronnen en deed hij onderzoek in het huisarchief van Wilhelm II. Wie zijn onderzoek wil volgen, kan aansluiten bij de facebookpagina van zijn onderzoeksproject: